Minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat de conceptwet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) aanpassen. Dit doet hij naar aanleiding van de recente antwoorden van de Hoge Raad op prejudiciële vragen in de Uber-zaak. Persoonlijk ondernemerschap krijgt in de nieuwe plannen een meer gelijkwaardige rol, als één van de beoordelingscriteria van een arbeidsrelatie. In de vorige plannen was persoonlijk ondernemerschap verworden tot slechts een tweederangscriterium, waar in de praktijk waarschijnlijk nauwelijks naar zou worden gekeken. VZN-voorzitter Cristel van de Ven: “Dit is een klein stapje in de goede richting. Of beter gezegd, het is een stap minder in een totaal verkeerde richting”.
Toch zal het meer in lijn brengen van de conceptwet met de huidige jurisprudentie nog steeds niet de duidelijkheid brengen waar opdrachtgevers en zzp’ers om vragen, getuige ook de huidige onrust in de markt. Daarvoor is een duidelijker afwegingskader nodig, dat vanaf de start uitgaat van de wens van mensen om te werken als zelfstandige. Om vervolgens te kijken hoe we dat in Nederland goed en verantwoordelijk kunnen regelen. VZN-voorzitter Cristel van de Ven: “De minister gaat sleutelen aan de VBAR, maar het blijft sleutelen aan een slechte basis”.
We moeten natuurlijk eerst de definitieve wettekst en nieuwe Memorie van Toelichting afwachten, voordat we écht weten wat de minister van plan is. Want de concrete uitwerking van zijn plannen wordt met de kamerbrief van 27 maart nog niet duidelijk. Inmiddels is ook bekend dat er vanuit de Tweede Kamer wordt gewerkt aan een alternatief voor de wet VBAR en daar kijken we met interesse naar uit. Wordt vervolgd.