Resultaten achterbanraadpleging VZN naar de effecten van de aanpak van schijnzelfstandigheid

Leidschendam, 6 maart 2025 | Ruim 40 procent van de zelfstandig ondernemers ervaart onzekerheid over hun toekomst als gevolg van de huidige aanpak van schijnzelfstandigheid. Dat blijkt uit achterbanraadplegingen[1] van leden van Vereniging Zelfstandigen Nederland. In totaal namen hier 3960 zelfstandigen aan deel, verdeeld over diverse sectoren.

Zevenentwintig procent van hen werkt in de zakelijke dienstverlening, 16% in communicatie en ICT, 12% in de zorg en eveneens 12% in de bouw en 3% in kunst en cultuur. De rest is verdeeld over overige sectoren zoals onderwijs, horeca, media en dienstverlening aan particulieren. Het merendeel van de respondenten (56%) werkt langer dan tien jaar als zzp’er; 5% is minder dan twee jaar geleden het eigen bedrijf gestart.

Kijkend naar de toekomst maakt 43% van de zelfstandigen zich zorgen of zij als ondernemer kunnen blijven werken. Voor het aankomende jaar is men iets positiever. Een meerderheid van de zelfstandigen (66%) blijft naar eigen zeggen in 2025 werken als zelfstandige, 26% geeft aan dit wel te willen maar niet te weten of dit nog wel mogelijk is. Slechts 3% van de respondenten gaat naar eigen zeggen in 2025 in loondienst, en 1% gaat werken via een uitzend- of detacheringsbureau. Een kleine groep (3%) geeft aan helemaal te stoppen met werken, als men dit niet meer als zzp’er kan doen.

Andere conclusies uit de achterbanraadpleging zijn:

  • 27% van de respondenten merkt niets van de handhaving. De rest wel. Zij merken vooral ander gedrag vanuit de opdrachtgevers dan voorheen.
  • Van de zelfstandigen die wat merken van de handhaving, geeft 45% aan er hinder van te ondervinden. Dit zijn zelfstandigen wiens opdrachten niet verlengd worden, die geen opdrachten meer krijgen en/of die gevraagd wordt om in loondienst of via een uitzend- of detacheringsconstructie te komen werken. Ook wordt er melding gemaakt van druk op tarieven.
  • Er zijn ook zelfstandigen (55%) die van de handhaving vooral merken dat opdrachtgevers nieuwe opdrachtovereenkomsten aanbieden waarin de criteria van een zzp-opdracht duidelijk vermeld staan, of dat sommige opdrachtgevers afhaken maar er andere opdrachtgevers voor terugkomen. 
  • 53% van de respondenten geeft aan er het komend jaar qua inkomsten op achteruit te gaan. 8% daarvan verwacht zelfs (bijna) alle inkomsten te verliezen. Dit betreft voornamelijk respondenten uit de sector zorg en communicatie en ICT.

Reactie voorzitter Cristel van de Ven van VZN: “De overheid zegt met het opheffen van het handhavingsmoratorium alleen te willen optreden tegen schijnzelfstandigheid. Eerder hebben zij zelf ingeschat dat dit een groep van ongeveer 200.000 werkenden zou betreffen. Dat is ongeveer 11% van het huidige aantal mensen dat ingeschreven staat als zzp’er. Uit deze achterbanraadpleging blijkt echter dat ruim 40% van de zzp’ers momenteel twijfelt of zij wel als zzp’er kunnen blijven werken. Dit komt met name omdat hun opdrachtgevers hen geen opdrachten meer aanbieden. Dat percentage ligt vele malen hoger dan het vermoedelijke aantal schijnzelfstandigen in Nederland. Hiermee wordt duidelijk dat de handhaving van schijnzelfstandigheid zijn doel ver voorbijschiet”.


[1] Dit persbericht geeft de gedeelde conclusies en resultaten weer uit recente achterbanraadplegingen van diverse brancheorganisaties voor zzp’ers, verenigd in koepelorganisatie VZN en een uitvraag onder volgers van VZN op LinkedIn.


QUOTES VAN ZELFSTANDIGEN (UIT DE OPEN VRAAG)
Ik merk enorme terughoudendheid bij opdrachtgevers. Ze houden de boot af ondanks dat het werk er wel is. En ze weten niet onder welke voorwaarden er wel samengewerkt kan worden. Daar moet de overheid duidelijker in zijn.”

“Heel veel administratieve rompslomp, bijvoorbeeld voor het schrijven van één gastcolumn omdat managers bang zijn en zich in willen dekken.”

“Het lijkt eerder op een zzp-stop dan iets anders. Heel veel opdrachtgevers willen gewoon geen zzp-er meer inhuren.” 

“Bureaus knijpen de situatie uit. Ik moet steeds verder zakken met uurtarief omdat ze je uitspelen tegen andere kandidaten of überhaupt je willen voorstellen. Letterlijk een bureau bij een rol als projectleider overheid “Nee jij gaat omlaag met je tarief; ik wil 20% commissie pakken anders stel ik je niet voor.”  


EXTRA ACHTERGRONDINFORMATIE
Vele honderden zzp’ers namen de moeite om de open vraag ‘wat wil je nog meer meegeven’ in te vullen. Uit de antwoorden op deze open vraag komen verschillende clusters van argumenten naar voren over de aanpak van schijnzelfstandigheid en de gevolgen voor zzp’ers. De belangrijkste clusters zijn:

    1. Impact op de arbeidsmarkt en economie
      • Minder opdrachten beschikbaar voor zzp’ers, vooral in de publieke sector.
      • Bedrijven zijn huiverig om zzp’ers in te huren vanwege de wetgeving.
      • Tarieven van zzp’ers dalen door toegenomen concurrentie en tussenpersonen.
      • Flexibiliteit van de arbeidsmarkt wordt aangetast, met negatieve economische gevolgen.
    2. Problemen door onduidelijke regelgeving
      • Onduidelijkheid en wisselend beleid zorgen voor angst bij opdrachtgevers.
      • Interpretatieverschillen tussen wetgeving en handhaving maken de situatie onvoorspelbaar.
      • Er is behoefte aan heldere en praktische richtlijnen voor samenwerking met zzp’ers.
    3. Ongelijkheid tussen zzp en loondienst/detachering
      • Detacherings- en payrollconstructies worden opgedrongen, wat de kosten verhoogt en ondernemersvrijheid beperkt.
      • Veel zzp’ers willen niet in loondienst, maar worden daartoe gedwongen.
      • Schijnzelfstandigheid wordt aangepakt, maar echte ondernemers worden door de brede aanpak ook getroffen.
    4. Persoonlijke gevolgen voor zzp’ers
      • Financiële onzekerheid en stress door verlies van opdrachten.
      • Sommigen overwegen om te stoppen, te emigreren of weer in loondienst te gaan.
      • Impact op privéleven, zoals zorgen over opvoeding van kinderen en mentale gezondheid.
    5. Sectorspecifieke problemen
      • Zorgsector: verlies van opdrachten en van autonomie en verslechtering van zorgkwaliteit door regelgeving.
      • Overheid/gemeenten: extreem risicomijdend gedrag, minder opdrachten beschikbaar.
      • IT en consultancy: gebrek aan flexibiliteit, onlogische constructies voor korte opdrachten.


    ONDERSTAANDE TABEL GEEFT TIEN CONCRETE UITSPRAKEN PER CLUSTER WEER:

    ClusterConcrete quotes
    Impact op de arbeidsmarkt en economie1. “Mijn markt is volledig ingestort. Na 17 jaar zzp’en voor overheid en zorg is er geen opdracht meer te vinden.”
    2. “Tarieven dalen omdat veel opdrachten ingetrokken worden – terwijl tegelijkertijd de behoefte aan zzp-ers onverminderd hoog is.”
    3. “Nederland heeft begin deze eeuw vol ingezet op ZZP en ontwikkeling van flexibele arbeidsrelaties. Nu is het teveel geworden blijkbaar.”
    4. “Opdrachtgevers huren nog steeds in en zijn zich bewust van de richtlijnen en zorgen dat je resultaatverplicht kan werken.”
    5. “Ik voorzie het einde van de flexibele schil, een toename van de krapte op de arbeidsmarkt en fors hogere kosten voor opdrachtgevers.”
    6. “Door angst durven opdrachtgevers geen/veel minder opdrachten aan zzp’ers te geven.”
    7. “De markt voor opdrachten lijkt flink verkleind. Via brokers hoor ik dit ook.”
    8. “Langlopende zzp-opdrachten zijn duidelijk moeilijker te vinden.”
    9. “Ik merk dat opdrachtgevers voor zekerheid kiezen door een beleid te maken dat eigenlijk weer overtreffend is aan Wet DBA.”
    10. “Gemeentes durven geen zzp’ers meer in te huren, interimbureaus willen mij alleen nog maar in dienstverband binnenhalen.”
    Problemen door onduidelijke regelgeving1. “De wetgever moet duidelijke richtlijnen meegeven. Juist door de onduidelijkheid zijn opdrachtgevers huiverig geworden.”
    2. “De Wet DBA voelt als schieten met een kanon op een mug—een heksenjacht waarbij alle zzp’ers over één kam worden geschoren.”
    3. “Ik heb een discussie met mijn grootste opdrachtgever (overheid) omdat ik bang ben dat het schijnzelfstandigheid betreft, maar zij vinden van niet.”
    4. “De wet is zo onduidelijk omschreven dat bedrijven en organisaties in de kramp lijken te schieten.”
    5. “De politiek maakt alleen regels, maar houdt geen rekening met de economische realiteit waarin flexibiliteit essentieel is.”
    6. “Door de onduidelijkheid durven opdrachtgevers geen zelfstandigen meer in te huren.”
    7. “Het zou zoveel beter zijn als eenvoudig en duidelijk werd gemaakt: Hoe kan het wel…”
    8. “De belastingdienst handelt volstrekt onvoorspelbaar met betrekking tot de zachte landing.”
    9. “Ik zie een afwachtende houding bij opdrachtgevers, ze weten niet onder welke voorwaarden er wel samengewerkt kan worden.”
    10. “Angst bij opdrachtgevers waardoor er significant minder opdrachten aan zzp’ers worden aangeboden.”

    Ongelijkheid tussen zzp en loondienst/ detachering
    1. “Mijn opdrachtgevers vragen me nu om op detacherings- of payrollbasis te komen werken.”
    2. “Ik moet steeds verder zakken met mijn uurtarief omdat bureaus je uitspelen tegen andere kandidaten.”
    3. “De macht ligt bij de bureaus, zij zijn de lachende derde.”
    4. “De markt wordt gedomineerd door tussenpersonen die forse marges pakken ten koste van de zzp’er.”
    5. “Waar ik voorheen als zzp’er kon werken, kan ik nu alleen nog op uitzendbasis of via detachering aan het werk.”
    6. “Bureaus houden de zzp-opdrachten voor hun eigen mensen die ze op basis van detachering wegzetten.”
    7. “Ik zou graag een aanpak zien zoals voor huurwoningen: onder bepaalde tarieven regulering, maar voor professionals boven de 100 euro per uur vrijheid.”
    8. “Sommige bureaus chanteren zzp’ers door hen te verplichten een lager tarief te accepteren, anders worden ze niet voorgesteld.”
    9. “Ik kreeg een loondienstverband aangeboden van het detacheringbureau waar ik zaken mee doe.”
    10. “Mijn opdracht wordt niet meer verlengd, tenzij ik in dienst kom bij een detacheringsbureau.”
    Persoonlijke gevolgen voor zzp’ers1. “Ik heb jonge kinderen en had het idee dat ik zonder zorgen hen kon opvoeden, maar dit geeft onzekerheid.”
    2. “Als ik geen nieuwe opdracht kan vinden op korte termijn, ga ik financieel echt ten onder.”
    3. “Ik denk na over emigratie, omdat ik niet in dienst wens te worden geforceerd.”
    4. “Ik denk dat ik ga stoppen met zzp’en en overweeg om vrijwilligerswerk te doen.”
    5. “Ik merk onrust bij bedrijven en ontelbare bureaus die zich hierop storten, omdat zij verdienen aan detacheren.”
    6. “In loondienst gaan is voor mij geen optie, dat maakt me doodongelukkig.”
    7. “Ik voel een enorme stress over mijn toekomst en financiële zekerheid.”
    8. “Ik ben nu gedwongen om nog meer acquisitie te doen, wat ten koste gaat van declarabele uren.”
    9. “Mijn vertrouwen in de overheid en belastingdienst is naar het nulpunt gezakt.”
    10. “Ik kreeg een arbeidscontract aangeboden, maar dat zou mijn urencriterium in gevaar brengen.”
    Sectorspecifieke problemen1. “In mijn branche (gemeenten, beleidsadvisering) zit de deur voor zzp’ers vrijwel helemaal dicht.”
    2. “Ik werk veel voor de overheid en zie dat opdrachten massaal verdwijnen.”
    3. “Gemeenten laten zich leiden door de angst en druk van bureaus en stoppen met zzp’ers.”
    4. “In de zorgsector wordt de autonomie van zzp’ers beperkt, wat de kwaliteit van zorg beïnvloedt.”
    5. “Ik werk voor pgb-houders en zij weten niet hoe ze zzp’ers moeten beoordelen volgens de nieuwe regels.”
    6. “In de IT-sector worden korte opdrachten nu in loondienst geforceerd, wat onlogisch is.”
    7. “Veel opdrachtgevers kiezen voor zekerheid en huren alleen nog in via intermediairs.”
    8. “In de culturele sector heerst er veel onrust onder zelfstandigen.”
    9. “Onderwijsinstellingen laten freelancers massaal vallen, ondanks een tekort aan docenten.”
    10. “Ik merk dat de overheid juist degene is die minder zzp’ers inhuurt, terwijl ze zelf regels opstellen.”